Rihab el Majdoubi

tegenpolen

je droeg mijn bloed als parfum,
en vroeg me of ik Arabië kon ruiken.
ik adem je met genoegen in.

jouw kalmerende wateren stroomden richting mijn hete zand,
je brandde genadeloos je vingers eraan.

mijn omhelzing deed jouw porseleinen huid breken,
en de golven van jouw irissen was waar ik verdronk.

alcoholisch zoenen en voorzichtige aanrakingen.
het moment dat ik uitadem ben je weer weg.

de werkelijkheid blijkt blond,
koud en kil.

moorkopjes bij de koffie

de druppel inkt die eeuwig stroomt,
bloedend door een Perzisch tapijt.
Columns geschreven over gouden thee.
bij een bakje koffie, met melk natuurlijk.

plaatsen ze mij in intellectueel daglicht?
of eerder als sneeuwvlokje op een vers geasfalteerd pad,
een gebeeldhouwd kapiteel op een Sahara-achtige ruïne.
een misplaatst puzzelstukje.

met de bebloede garen stook ik een anarchistisch vreugdevuur,
en zing ik opstandige klanken.

gericht naar beeldhouwers en columnisten;
die zich echter alleen maar bezig houden, met marmer en koffiemelk.