Winnaars Kinderen & Poëzie 2021-2022

Uit de duizenden gedichten die Kinderen & Poëzie in seizoen 2021-2022 heeft ontvangen, heeft de jury de 80 mooiste gekozen voor in de dichtbundel Ga je mee in mijn gedachtenzee? De 80 winnaars staan onderaan de pagina vermeld. De hoofdprijswinnaars zijn op 13 juni  tijdens de feestelijke finale van het Mooie Kinderboekenfestival in Nijmegen bekendgemaakt.

De hoofdprijswinnaar van Kinderen & Poëzie 2021-2022 van de middenbouw is Steijn Minholts. De hoofdprijswinnaar van de bovenbouw is Jens Weemaes. Daarnaast heeft de vakjury een aantal eervolle vermeldingen uitgedeeld aan Sifra van de Munt, Isabella Langewis, Nada El Asri en Naomi Maeve Kamminga.

Hoofdprijs Middenbouw - Steijn Minholts

Met zijn gedicht Amper heeft Steijn Minholts de hoofdprijs van Kinderen & Poëzie 2021-2022 van de middenbouw gewonnen! Over zijn gedicht zei de vakjury:

We werden zeer aangenaam verrast door een gedicht dat een beschouwing lijkt over een woord, een begrip. Een woord los zonder context kan ineens zijn betekenis verliezen en blijven ronddwarrelen in je hoofd en vragen oproepen als: ‘is het leven wel fijn/als alles amper is.’ Deze dichter onderzoekt op poëtische wijze het antwoord op die vraag, en komt er gaandeweg achter dat er amper iets fijns aan is. De opbouw; van een simpel mooi woord naar een nieuw inzicht; het ritme, de herhaling, de originele invalshoek, en de verdeling over de strofes, maken dat de vakjury het gedicht Amper van Steijn Minholts de eerste prijs toekent. 

AMPER

AMPER
KEN JE DAT WOORD
IK VIND HET MOOI
HET WORDT
BIJNA NOOIT GEBRUIKT
AMPER
BETEKENT
BIJNA NIET
IK HEB AMPER
IETS TE DOEN
AMPER NAAR OPA EN OMA TOE
IK KAN AMPER ZWEMMEN
KLIMMEN LOPEN
AMPER BLIJ ZIJN
IS HET LEVEN WEL FIJN
ALS ALLES AMPER IS
AMPER
EEN MOOI WOORD
BIJNA NIET
MAAR IK HEB LIEVER BIJNA WEL

Hoofdprijs bovenbouw - Jens Weemaes

Jens Weemaes wist met zijn gedicht ‘Buitenspelen’ de hoofdprijs in de categorie bovenbouw in de wacht te slepen. Over zijn gedicht zei de vakjury:

Als een gedicht na eerste, tweede, en derde lezing nog steeds het ‘bam, hier-staat-wat!’ en het wauw-effect behoudt, om alle nieuwe beelden, de knappe beeldspraak en in regels als ‘Mijn vrienden / Soms net de Etna’ en daarin volharden met volgende zinnen als ‘Stoom uit de oorkrater’ en ‘Gloeiende lavastroom van woorden’, dan weet je als vakjury: hier is een echte dichter aan het woord. Het gedicht vertelt in precies genoeg woorden hoe vurig je een vriendschap kunt beleven. Het gaat verder dan spelen met taal: alle poëtische kenmerken vinden we erin terug. Het is met recht een echt gedicht: het legt niet uit wat buitenspelen is, maar wat samenzijn met je vrienden betekent. De ijzersterke slotregel ‘Lava wordt vruchtbaar gesteente’ gaf de doorslag voor de vakjury om het gedicht Buitenspelen van Jens Weemaes te bekronen met de eerste prijs in de categorie bovenbouw. 

Buitenspelen

Mijn vrienden
Soms net de Etna
Vuurspuwend uit de vulkaanmond
Stoom uit de oorkrater
Knetterend vuur van woede
Gloeiende lavastroom van woorden
We koelen af
We Luisteren
We praten
Lava wordt vruchtbaar gesteente

 

Namen en titels van de 80 winnaars

Alice Hermsen – De lente komt eraan
Amber Harris – Ik oefen de noten
Aniek Campman – Soldatenschoenen
Anna Lenstra – Wat als…
Anne van Os – Ik zit dagelijks in de wasmachine
Anne-Lotte Wijckmans – Ik zie een bootje op zee
Anthea Mackay – Zoen
Bine Olthof – Alles sterft
Brecht Mulder – witte panters
Bruno van de Wakker – De tijd op de klok
Camilla Keer – Ik teken graag
Carmen Pepping – Wat zie je echt?
Daniq van ‘t Veer – Wereld
Deen Wolterink – Onzichtbaar
Douwe Peeters – Van klein naar groot
Edie de Wit – Het gat in Enschede
Eleonora Van De Voorde – Ik lig in een bloemenveld
Ella Struik – Voorrang
Ellemijn Swart – Op de boot naar Ameland
Evi Bron – Ergens in mama’s buik
Evi Koorstra – Mijn opruimbeest
Femmie de Rooij – ik heb een viool
Fenne van der Veen – Corona
Foske van Mechelen – De zee
Hugo Both – Mijn kamer
Hugo Stufkens – De beer en de hommel
Indy van Gils – konijn
Irem Esinti – Licht als sterren
Isa Fritz – Ik lig in bed
Isabella Langewis – Heelal dromen
Isabella U-A-Sai – Verstand
Isiah Esser – Kickboksen
Isra Ait El Gharri – Waar het warme water de baas is
Iyanu Verbeek en Wout Hondeveld – Ik was in Nigeria
Jens Weemaes – Buitenspelen
Joachim Bos – Na corona
Jolie Eiselin – Zieza zoem
Jonne Stallenberg – Hete hitte hangt hier
Kjell Gommers – Dag mooie maan!
Lars Leentvaar – Mijn verleden
Lena Kübach – Blij
Lenn Deelen – mijn hobby
Leslie Rozemeijer – James Webb verstuurt
Lily Anne Tan – Honden kunnen blaffen
Lise Johanna Bezemer – Wind
Loïs Nagelkerke – Octofantje
Lovisa Slycke – Vliegen
Maila Wijnen – In de lucht
Marie Gabriël – Als de zon schijnt
Maysa Chouaibi – Het levend hart
Mees Veldhoen – Ik weet een plek
Merijn Bartelink – Kronkelgedicht
Mohamed Bah – Zeestraat
Nada El Asri – Spijt
Naomi Maeve Kamminga – Woorden schrijven, woorden wissen
Nathalie van der Zwaag – paard
Nika Pint – Het luchtdeken
Noëlle Kalicharan – De zee
Nynke Groeneveld – Op het dak
Robin van Harskamp – Bang voor het gat
Roël Koopman – De beloning
Roos Tonnaer – Staren
Salvator Albano – Aan het water
Sara Loos – De lente
Sifra van de Munt – Baby
Sofie Comello – Strijd
Sol Happé – Meiden dragen geen make-up
Steijn Minholts – Amper
Stijn Biewenga – Op het platteland
Tara Jobse – Rozijn
Terra Wijnen – Vincent van Gogh
Thorre van Aarle – Als dieren konden praten
Valentijn Cornielje – Voetbal
Veerle Dijkema – Hoe kan het
Xander Willems – ik ben ziek
Yannick Serkei – Zonder titel
Zoran de Jong – Gedachten